Het is werkelijk een schitterend huis, ik kan niet anders zeggen”. We lopen door een prachtige statige hal met marmer op de vloer en authentiek gedecoreerde plafonds. De hal maakt onderdeel uit van een sfeervol landhuis op een unieke locatie aan de rand van een natuurgebied waarvan er in onze regio een aantal voorhanden zijn.
“We hebben nu een mooi huis aan een gracht in Leiden en zijn vanwege het werk gedwongen te verhuizen, maar willen natuurlijk ook weer iets moois terug” zegt de verrassend jonge man (ik schat zo begin dertig). “We verkeren in de gelukkige omstandigheid dat we ons huis voor zeer veel geld hebben verkocht nadat we het jarenlang zelf hebben opgeknapt”. Het zijn sympathieke mensen, hebben zeker geen poeha en zijn vooral eerlijk. Hoe leuk is het om mensen rond te leiden in een prachtig huis en die daar ook voor uitkomen dat het een plaatje is. “Ik zou hier wel willen wonen” zegt de vrolijke vrouw “en jij schat?” “Laat het nog even op jullie inwerken, ga zelf nog even van de omgeving genieten (het was tenslotte mooi weer), heb het er onderling nog even over en bel me, dan kunnen we zien hoever we met elkaar komen” zei ik tegen ze.
Soms voel je dat een huis voor mensen geschapen is en eerlijkheid gebied te zeggen dat ik dat gevoel nu had.
“Dat doen we, je hoort aan het eind van de middag van ons Bart”.
We liepen naar de voordeur en juist toen ik de voordeur opendeed nam de dag een andere wending.
Met de deurknop in mijn handen stond ik aan de grond genageld toen een muis met een forse kat in de achtervolging langs de voordeur het huis in vloog. De kijkers gaven beide een schreeuw en ook ik schrok van de onverwachte actie. Ja, wat te zeggen. “Nou dat was nogal onverwacht vonden jullie niet” was blijkbaar het meest slimme wat ik kon bedenken. “Ach ja, dat heb je als je in de natuur gaat wonen” vervolgde ik. “Hoe komt dat beest weer naar buiten?” vroeg de man. “Lieverd, trek het je niet zo aan dat lost de makelaar wel even op, kom we gaan even een wandeling maken”. Het was duidelijk dat de man niet echt gecharmeerd was van het voorval. Een muis en een poes dat komt toch wel vaker voor dacht ik nog. “Dat lost de makelaar wel even op“ had de vrouw gezegd bedacht ik me toen ik 40 minuten later eindelijk in mijn auto stapte nadat ik met veel geduld in mijn missie was geslaagd de kat te verwijderen (de muis was uiteraard onvindbaar).
“Ja, met Lisa van de bezichtiging van vanmorgen, met die kat en die muis weet je nog wel?”
Natuurlijk wist ik het nog, zoiets maak je niet elke dag mee maar wat me meer bij was gebleven was dat de man veel meer onder de indruk was dan zijn vrouw en ikzelf.
“We willen gaan onderhandelen maar mijn man heeft nog wel een afwijkende ontbindende voorwaarde, hij wil de zekerheid hebben dat het geen aanloopkat betreft want hij heeft een hekel aan katten”.
Ruim een half jaar later kom ik Lisa in de tuin van het betreffende landhuis tegen met in haar nabijheid een kat die verdacht op de bewuste poes van de bezichtiging lijkt. Na een leuk gesprek over de verhuizing en hoe het bevalt kan ik het niet nalaten nog even naar de kat te informeren. “Het is inderdaad dezelfde kat van toen” zegt Lisa en in reactie op mijn verbaasde blik gezien de aversie van haar echtgenoot tegen katten vervolgt ze “jullie mannen zijn altijd wat snel met meningen en bevooroordeeld , wij vrouwen weten dat de tijd veel kan veranderen. Onze Mies zit elke avond bij Herman op schoot en ze zijn dikke maatjes geworden. Van muizen hebben we overigens geen last meer”.
oktober 2007
jaargang 11 nr. 7