Hardlopen

fotocolumn

Mijn auto vol met modder, een zachtjes huilende vrouw op de achterbank en een geschrokken man naast mij op de voorstoel. De ramen waren beslagen en er werd geen woord gesproken. Wat een toestand en dat op mijn vrije zaterdagmiddag. Een rotbaan? Nee hoor, maar wel verrassend. Hoe waren we in deze situatie verzeild geraakt?

Floris-Jan en Fleur waren een zogenoemd yuppenstel uit Den Haag; jong, dynamisch, hardwerkend maar ook echte natuurliefhebbers. Hij werkte in de ICT en zij was stewardess bij een grote luchtvaartmaatschappij. Ze hadden de mogelijkheid de drukke Randstad te ontvluchten omdat hij makkelijk vanuit huis kon werken en zij maar één tot twee keer per week buiten de spits om naar Schiphol moest. De drukte begon hen parten te spelen en ze waren toe aan vrijheid, rust en vooral aan genieten van de natuur.

Zo kwamen ze in Drenthe en dus bij ons kantoor terecht. Ik had twee bezichtigingen met ze bij huizen aan de rand van een dorp en op korte afstand van een mooi heide- of bosgebied. Ze waren erg enthousiast en het was mooi om te zien hoe blij ze waren bijna hun droom in vervulling te zien gaan.

Na de bezichtigingen gingen we naar kantoor om met een kopje koffie alles even op een rijtje te zetten. Ze gaven aan dat hun voorkeur uitging naar een leuk boerderijtje, vooral omdat het vlak bij een bos lag en het verder aan al hun wensen voldeed. Nu waren het pas de eerste bezichtigingen en daardoor waren ze nog niet helemaal overtuigd. Moesten ze, voor ze zouden besluiten, niet eerst nog een paar andere woningen gaan bekijken?
“Waarom zou je?” vroeg ik. “Als jullie een goed gevoel hebben, is dat toch niet nodig?” “Nee inderdaad”, zei Floris-Jan, “zo ging het bij de verkoop van ons eigen huis toch ook Fleur? Voor de kopers was het ook de eerste bezichtiging maar toch hebben ze de knoop direct doorgehakt. Het voelde voor hen gewoon goed. Dit is het huis wat we zoeken, dus laten we er voor gaan.” Maar Fleur had nog steeds wat bedenkingen.

Het beoogde huis werd niet meer bewoond maar was nog wel ingericht en daarom opperde ik het idee een weekendje te gaan “proefwonen”. Ze vonden het een geweldig plan en ik belde de eigenaar of hij bezwaar had. Nou, dat had hij zeker niet. Hij was natuurlijk blij met de belangstelling en wellicht dat dit de twijfel kon wegnemen.

Twee weken later was het zover. Floris-Jan en Fleur arriveerden op kantoor om een weekend te gaan ‘Drenthenieren’. Het weer was helaas slecht en de vooruitzichten al niet beter maar vol goede moed gingen we op pad en even later stapten we opgewekt het mooie boerderijtje binnen. Ze hadden keurig handdoeken, beddengoed en boodschappen meegenomen en ik legde hen nog het één en ander uit over het huis.
We zetten een kop thee en ze vertelden uitgebreid over al hun plannen die, ze ondanks het slechte weer, voor het weekend hadden. We spraken af dat ze zondagavond de sleutel weer bij mij zouden inleveren. Met een goed gevoel liet ik hen achter, overtuigd dat ze een leuk weekend zouden hebben en dat het dus met de verkoop wel goed zou komen.

En toen werd het zaterdagmiddag. Het goot pijpenstelen en het waaide hard, minstens windkracht zeven.
‘s Morgens had ik nog even aan ze gedacht en hoe jammer het was dat ze het zo slecht hadden getroffen met het weer. Met een zonnetje lijkt het toch allemaal even anders. Maar toch was ik vol vertrouwen op een goede afloop.

Het was rond half zes toen mijn mobiele telefoon ging. Het was al donker aan het worden, mede door het grauwe weer. Ik kreeg een verwarde man aan de telefoon die iets over verdwaald zei en allerlei andere zaken waar ik geen touw aan vast kon knopen. Ik probeerde de man te kalmeren en te achterhalen wie ik eigenlijk aan de lijn had. Het bleek Floris-Jan te zijn. Hij vertelde dat ze waren gaan hardlopen maar dat ze nu echt niet meer wisten waar ze waren. De oude telefoon die ze altijd meenamen bij het lopen had geen internet en nu, na een lange tijd zomaar gelopen te hebben, waren ze de weg compleet kwijt. Fleur was nu het donker werd in paniek geraakt maar gelukkig hadden ze mijn telefoonnummer.

Maar wat nu? Ik wilde ze natuurlijk graag ophalen maar waar? Gelukkig ken ik het gebied goed en na een paar vragen had ik enig idee in welke richting te zoeken.
Ik reed naar de hoek waar ik dacht dat ze zouden moeten zijn en manoeuvreerde voorzichtig het bosperceel in. Sinds kort was dit verboden maar ik had geen andere optie. Gezien de invallende duisternis en de steeds grotere paniek van Fleur was haast geboden.

Zoeken, rijden, turen met grootlicht, knipperen en ondertussen praten met Floris aan de telefoon leverde een half uur lag niets op. Ik begon me nu toch wel zorgen te maken. Moest ik de politie inschakelen? Ik besloot mezelf nog een kwartier te geven en reed naar het huis. Vanaf hier volgde ik de beschrijving van Floris hoe ze gelopen waren. Ik was nog niet begonnen of ik hoorde Floris door de telefoon roepen dat hij mijn lichten zag. Binnen een minuut had ik ze gevonden, werkelijk vlakbij de woning. Toen ik ze zag, schrok ik me rot; helemaal onder de bagger, gescheurde kleren en Fleur met zwarte strepen uitgelopen mascara op haar gezicht. Floris perste er een moeizame glimlach uit, blij dat ik ze had gevonden. Opgelucht stapten ze in.
Toen we bij het huis aankwamen, riep Fleur dat ze naar huis wilde. Overduidelijk was dat ze niet dit huis bedoelde. Floris-Jan probeerde haar op andere gedachten te brengen maar er was geen houden meer aan. Ze moest en zou vanavond nog naar Den Haag, weg van dit bos, weg uit Drenthe. Het was duidelijk; deze koop ging niet door. Weg klanten, weg verkoop, jammer maar helaas.

Ik was het voorval eigenlijk al een beetje vergeten tot ze vier weken later onaangekondigd voor mijn neus stonden met een grote bos bloemen. Ze verontschuldigden zich voor de hele toestand en begrepen niet hoe ze zo onhandig hadden kunnen zijn. Ze hadden ondertussen nog vijf andere huizen bekeken maar konden het romantisch gelegen boerderijtje niet vergeten. Of ze het nog konden kopen. En zo kreeg dit avontuur voor iedereen toch nog een happy end!