Kees

Kees

Kom binnen Bart”, zei de oudere vrouw terwijl ze de achterdeur open zwaaide. Ik liep achter haar aan naar een kleine maar gezellige keuken. “Neem plaats, koffie?” De dag ervoor had deze vriendelijke dame ons kantoor gebeld. Ze vertelde dat ze na lang wikken en wegen haar fijne boerderijtje wilde verkopen. Ze werd te oud om zelf nog goed voor het huis en de tuin te kunnen zorgen. Het gesprek had indruk gemaakt op de medewerkster van ons kantoor. “Wat een lieve vrouw”, had ze gezegd, “dat wordt vast een gezellige afspraak!”

 

Nieuwsgierig geworden naar deze dame en natuurlijk naar haar huis, parkeerde ik op de afgesproken tijd bij haar hek. Het leek wel of ik een schoolplaat uit de tijd van Ot en Sien was binnengestapt; een klein huisje, heerlijk vrij gelegen en omgeven door een oude boomgaard. Een paar kippen scharrelden rond op het erf en een klein hondje kwam me vrolijk keffend tegemoet. Voorzichtig opende ik het hek zodat het hondje niet kon weglopen en klopte, zoals gebruikelijk, aan bij de achterdeur.

 

En nu zaten we dus in de keuken met een kopje koffie en -want makelaars worden soms verwend- een groot stuk appeltaart. Zelf gebakken van de appels uit eigen boomgaard en het smaakte verrukkelijk. Els, want zo stelde ze zich voor, was een vrouw op leeftijd. Ze was, zoals men zegt, mooi oud geworden. Opgewekt kijkend met van die glinsterogen en steeds een glimlach om haar mond. Ze had prachtig grijs haar in een vlecht waar een rode zakdoek om heen zat en ze droeg een spijkerbroek met een houthakkersoverhemd en praktische schoenen zonder sokken. Niet echt het standaard voorbeeld van hoe je je een bejaarde dame voorstelt.

 

“Ik word over een maand 85 jaar en al jaren roepen de mensen om mij heen dat het misschien wel eens tijd wordt om te gaan verhuizen, maar het is zo heerlijk wonen hier en ik ben bang dat ik dit erg ga missen. Ik heb echter geen familie die voor mij kan zorgen zodat ik steeds afhankelijker word van anderen en dat vind ik toch lastig worden. Daarom ben ik nu zover om mijn stulpje te verkopen”, zei ze ferm en schonk een tweede kop koffie in. “Nog een stukje?” zei ze wijzend op de appeltaart. Mijn gevoel zei ja maar mijn verstand oordeelde anders en dus bedankte ik met enige spijt voor het aanbod.

“Tja, soms gaan gevoel en verstand niet samen”, zei ik tegen haar. “En dan wordt het verwarrend maar gezien de situatie kan ik mij je beslissing goed voorstellen.”

 

En dus nam ik het huisje in de verkoop. We plaatsten de woning op internet en gingen onze relaties waarvan wij dachten dat ze geïnteresseerd zouden kunnen zijn, bellen en mailen. De volgende dag maakte er al iemand uit ons relatiebestand een afspraak voor een bezichtiging. De vrouw in kwestie was erg nieuwsgierig wat voor iemand er nu woonde en wat de reden van verhuizen was.

 

Twee dagen later stond de bezichtiging gepland en ik reed weer naar het huisje van Els. Na de auto geparkeerd te hebben zag ik ‘mijn afspraak’ al aan komen rijden. De auto stopte en er stapte een vrouw van middelbare leeftijd uit. Ze liep enigszins mank, gaf me een hand en stelde zich voor als Olga. We keuvelden wat over het mooie weer en de prachtige locatie en ik stelde voor om het huisje van binnen te gaan bekijken. Ik maakte het hek open en het hondje kwam weer vriendelijke keffend aangelopen. “Kom verder”, zei ik over mijn schouder maar op hetzelfde moment hoorde ik een autodeur dichtslaan en toen ik me omdraaide stond Olga niet meer achter me.

 

Wat is dit nu weer vroeg ik mij af en enigszins verwonderd liep naar de auto van Olga die de motor al had gestart. Toen ik op het raam tikte, deed ze het een klein stukje open en keek ze me angstig en verwilderd aan. “Eh.., wat is er Olga, wat ga je doen?” “Bart, ik had je gevraagd wie er woonde en je hebt niets gezegd over die grote hond. Daarom ga ik weg want ik ben heel bang voor honden.” “Maar Olga, dit is toch maar een klein beestje en nog lief ook”, stamelde ik verbaasd. “Dat vind jij misschien maar ik niet. Als kind ben ik gegrepen door een hond en daarom loop ik mank. Ik wil niets meer met die nare beesten te maken hebben. Tot ziens Bart.”

 

Met vereende krachten lukte het me toch het gesprek voort te zetten en haar ervan te weerhouden weg te rijden. Onder de belofte dat het hondje in de schuur opgesloten zou worden, wilde Olga toch de bezichtiging voortzetten of eigenlijk pas beginnen. Het bezoek verliep voorspoedig; Olga maakte kennis met Els en ze bleken elkaar erg goed te liggen. Natuurlijk begon Els over haar lieve hondje om zo de angst bij Olga weg te nemen en na koffie met, jawel, appeltaart werd Olga kalmer en mocht Els het hondje gaan ophalen. Kees, want zo heette het hondje, was lief en rustig naar Olga en ik zag dat haar angst langzaam plaats maakte voor nieuwsgierigheid.

 

Olga kocht de woning en Els was heel blij met de verkoop en met Olga. Kort na de overdracht ging de gezondheid van Els echter snel achteruit en moest ze worden opgenomen in het ziekenhuis. Helaas verslechterde haar situatie en een paar weken later overleed ze. Olga en Els waren ondertussen bijna vriendinnen geworden en Olga had Els op haar sterfbed beloofd goed voor het huis, waar zij altijd zo gelukkig was geweest, te zullen zorgen. De buren hadden Kees opgevangen toen Els in het ziekenhuis lag en wilden hem nu wel houden. Zo liep alles, ondanks de verdrietige situatie, toch harmonieus.

 

Een paar weken later ging ik even bij Olga langs om te kijken hoe ze het maakte op haar nieuwe plek en nadat ik de auto had geparkeerd liep ik door het hekje naar het huisje. Tot mijn verbazing werd ik verwelkomd door Kees! Als vanouds kwam hij er weer luid blaffend aangerend. “Kees kom maar”, hoorde ik een bekende stem roepen en ik zag Olga bij de achterdeur staan. Ze keek me stralend aan en zei: “ik heb Els op haar sterfbed niet alleen beloofd goed voor het huis te zorgen maar ook voor Kees. Ik heb dat niemand verteld omdat ik niet wist of ik echt over mijn angst heen kon stappen. Maar het is me gelukt. Kees hoort hier en zo leeft de gedachte aan Els toch nog een beetje voort op deze plek en maken Kees en ik er samen het beste van!”