Schatgraven

“Oeffff”, met een enigszins bezweet voorhoofd had de man een handtekening onder het koopcontract van de woning gezet. “Henk, maak je toch niet zo druk, wees blij met de prachtige boerderij die we hebben gekocht” zei zijn aardige en vlotte vrouw. “Ja, maar lieverd, ik vind dat we toch zo’n 20.000 euro te veel hebben betaald en in deze onzekere tijden weet je het maar nooit”. “Als we maar geen spijt van onze beslissing krijgen”.

De bezorgde man en zijn vrouw uit Utrecht hadden een klein, lief en knus boerderijtje in onze mooie regio gekocht. De vrouw was vanaf het begin af aan erg enthousiast geweest en gaf gewoon eerlijk aan dat ze altijd naar dit plekje, zo’n soort boerderij en deze sfeer op zoek waren geweest. Na een lange zoektocht via ons bedrijf hadden ze het eindelijk gevonden. De man vond het ook erg mooi maar was als accountant behoudend ingesteld en zag toch nog beren op de weg, alhoewel hij ook wel aangaf dat hij eigenlijk niet kon geloven dat ze eindelijk hun stekkie hadden gevonden.

De verkopers waren de erfgenamen van een leuke artistieke oude man die er meer dan 40 jaar met heel veel plezier had gewoond maar op een overigens respectabele leeftijd was overleden. Ook zij waren erg blij met de verkoop aan deze mensen omdat ze daar ook echt “pasten” en omdat het pand meer had opgebracht dan ze in het begin hadden gedacht.

Drie maanden na de overdracht belde de koper mij op met de vraag of ik iets wist van een (olie)tank. Bij het plaatsen van een prieel was hij op een rond ijzeren voorwerp gestuit wat leek op een tank. Alvorens verder te graven wilde hij toch het zekere voor het onzekere nemen. Natuurlijk hadden wij bij de verkoop informatie bij provincie en gemeente ingewonnen en ook de erfgenamen waren hierover geraadpleegd. Maar bij alle instanties en de erfgenamen was niets over een tank bekend. “Ik kom wel even langs om te kijken” antwoordde ik en was s’middags bij hem in de tuin.

Op de plek des onheils was een gat van een meter bij een meter en 40 cm diep gegraven; een rond ijzeren voorwerp was te zien. We besloten even verder te graven en na 25 minuten was het gehele voorwerp zichtbaar. Het bleek geen tank maar een ijzeren kist te zijn echt zo’n type die je vroeger in films als schatkist zag. De kist was op slot maar met wat gereedschap bleek hij toch vrij makkelijk te openen.

Ondanks de grootte van de kist was de inhoud beperkt. Twee enveloppen; een kleine witte en een wat grotere gele. Wat opviel was dat de enveloppen redelijk schoon en zeker niet oud waren.

In de kleine witte enveloppe zat een brief. De koper was net als ik erg onder de indruk van de hele situatie en keek mij vragend aan. “Laten we de brief maar lezen” stelde ik voor en de koper las de brief aan zijn vrouw en mij voor.

De brief was 4 maanden geleden gedateerd, was afkomstig van de vorige eigenaar en gericht aan een nieuwe eigenaar. Naast een leuke beschrijving van de boerderij was er een opsomming van allerlei leuke voorvallen die er hadden plaatsgevonden en tenslotte wenste de vorige eigenaar de nieuwe eigenaar (wie en wanneer dat ook maar mocht zijn) veel plezier op “zijn” plekje. Als PS gaf de brief aan dat er 25.000 euro in de andere enveloppe zat omdat hij ervan overtuigd was dat zijn huis wel wat opgeknapt mocht worden en hij daar zelf niet meer aan toegekomen was.

De kopers waren net als ik en de erfgenamen, die we natuurlijk hadden ingelicht, erg onder de indruk. De erfgenamen vonden dat de eigenaren het geld moesten houden en zagen graag dat de kopers de wens van hun vader zouden uitvoeren, de brief en kist werden wel door de erfgenamen in dank meegenomen.

juli 2009
jaargang 13 nr. 4