Verhuizen kent geen grenzen! 

Het is voorjaar, eindelijk. En gelukkig maar weer. De winter stelde weliswaar niet veel voor dit keer en je went aan de kale bomen, het doffe groene gras in de tuin en de braakliggende akkers. Maar nu er weer een pracht explosie van het lichte lentegroen plaatsvindt bij alle bomen en struiken, de boeren weer “los” gaan op het land en zo mooie zwarte, strakke akkers achter hun ploegende en eggende trekkers achterlaten. En buren altijd weer gaan gissen wat er dit jaar op het naastliggend land wordt verbouwd. Mais, aardappelen, bieten, graan of toch lelies? Dan realiseren we ons dat dit mooie jaargetijde weer aanbreekt. 

Vogeltjes die vrolijk fluiten en beginnen met het bouwen van nesten. En het allerbelangrijkste voor veel mensen: eindelijk weer een beetje zon en aangename temperaturen. De terrassen die al snel weer vol zitten en vrolijke kleding fleurt het straatbeeld op. Kortom, we hebben ernaar uit gekeken en zijn blij dat we weer meer naar buiten kunnen om te genieten van alles om ons heen. 

Zo zit ik op het terras bij een woonboerderij in onze regio heerlijk in de ochtendzon, die toch al een lekkere warmte geeft. De eigenaren van deze leuke woonboerderij zijn een ouder echtpaar en we zitten gezellig aan de koffie met… ontbijtkoek met boter. Volgens mij een oud agrarisch gebruik, dat je ook voornamelijk alleen bij ouderen nog tegenkomt, maar wat altijd lekker blijft. 

De mensen op leeftijd zijn Herman van 91 jaar en zijn man Lucas van 85 jaar. Twee aardige en rustige mannen die het prima voor elkaar hebben. Hun kind is Tobias, een wat drukke Duitse herder van 6 jaar oud die hen overal volgt waar ze gaan. Enthousiast en wat springerig, maar uiterst lief en betrouwbaar. 

We zitten zoals gezegd aan de koffie en praten over het heerlijke weer en het voorjaar dat is aangebroken. Al gauw wordt de toon van het gesprek ernstiger en geven ze aan dat na lang overdenken zij hun geliefde boerderij willen verkopen. 

Nu maak ik dat vaker mee en ben je geneigd het plaatje al in te vullen, want ook niets menselijks is een makelaar vreemd. Oudere mensen in een woonboerderij met relatief veel grond. Het wordt te veel. Te veel werk buiten en te veel werk binnen en men wil graag wat meer vrije tijd om te reizen en leuke dingen doen zonder altijd je zorgen hoeven te maken over de boerderij en de tuin. Voor elke vakantie ben je tijden bezig om alles op orde te krijgen en als je terug bent, kun je weer opnieuw beginnen. 

Alleen is deze beslissing nemen voor veel mensen lastig. Je wilt eigenlijk heel graag blijven en genieten van de vrijheid en de ruime woning, maar je weet dat het op een gegeven moment verstandiger is om toch iets praktischer en beter passend bij je leeftijd te gaan wonen. 

Ook in dit geval zou het gesprek hierover gaan, dacht ik. En ik begon alvast voor te sorteren op de moeilijke beslissing en de gevolgen. ‘Hebben jullie al een kleinere woning of appartement gevonden?’, vroeg ik Herman en Lucas. Ze keken me beide aan en schoten in de lach. ‘Een appartement?’, vroeg Herman olijk. ‘Ja, of een kleinere woning?’, vulde ik veiligheidshalve maar even aan, want iets zei me dat ik er blijkbaar een beetje naast zat. ‘Nou Bart, dat dachten wij niet’, zei Lucas. ‘Wij gaan emigreren naar het binnenland van Portugal. We hebben daar een oude en deels vervallen boerderij gekocht waar we enkele B&B kamers in willen maken en heerlijk zonder naaste buren in de natuur kunnen wonen.’ 

‘Zo, dat is weer eens iets anders, meneer de makelaar’, zei Herman met een knipoog. ‘Dat had je zeker niet zien aankomen, he?’ 

Ik kon niet anders dan zijn stelling beamen. Deze had ik niet zien aankomen. ‘Maar is dat wel verstandig?’, vroeg ik voorzichtig. ‘Zoveel werk, vreemd land, andere voorzieningen en afgelegen in het binnenland, klinkt niet heel snel en goed bereikbaar. En gezien jullie leeftijd is dat dan wel verstandig, lijkt mij’. ‘Wij waarderen je bezorgdheid Bart, maar we hebben er lang over nagedacht en we gaan dit echt doen. We mankeren nooit wat, we houden van heel rustig wonen, zonder lawaai van buren en met de opbrengst van deze woonboerderij in Nederland kunnen we alles makkelijk betalen, inclusief de verbouwing en kunnen we ook nog eens financieel zorgeloos leven. We hebben geen kinderen en nauwelijks familie die ons binden aan Nederland, dus wat wil je nog meer?’  

‘Maar je mag ervan uitgaan dat jullie en ik hoop dat dat nog lang duurt hoor, maar dat je toch medische zorg nodig zult hebben of krijgen. Is het dan wel handig om op zo een locatie in Portugal te wonen?’ 

‘Komt goed, maak je geen zorgen. Wij komen daar al jaren op vakantie en nu deed de mogelijkheid zich voor om juist deze boerderij – en deze locatie die we daardoor juist zo goed kennen – te kopen en we voelen ons daar geweldig thuis. We hebben gekocht onder voorbehoud dat we deze woonboerderij hebben verkocht. Dus ik zou zeggen: foto’s maken, op Funda en zo snel en goed mogelijk deze woonboerderij verkopen’. En ze keken mij beiden triomfantelijk aan.  

Het is natuurlijk aan eenieder om naar eigen inzicht zijn beslissingen te nemen, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik hier geen goed gevoel bij had. Als het mijn ouders waren geweest had ik ze het afgeraden, maar meer dan een opmerking erover maken en een spiegeltje voorhouden kan en mag ik natuurlijk niet doen. 

Na het doorspreken van de verkoopstrategie, het vaststellen van de vraagprijs en het maken van de foto’s, gaan we dan ook aan de slag en er is veel belangstelling voor de woonboerderij. Wij hadden dat ook verwacht gezien de juiste indeling van de boerderij, de smaakvolle inrichting en de gebruikte materialen en kleuren, etc. 

Binnen veertien dagen is de verkoop gerealiseerd en zijn Herman en Lucas zeer tevreden over de snelheid van de verkoop en de opbrengst van de woning. ‘Prachtig’, zeiden ze toen ik hen telefonisch meldde dat de deal rond was. ‘Nu kunnen we verder met Portugal.’ 

Slechts vijf weken na het sluiten van de deal staat Herman met een bedrukt gezicht en vochtige ogen onverwachts op kantoor. 

Met een kop koffie op tafel schetst hij de gebeurtenissen van de afgelopen weken. Lucas is in de nacht met gillende sirenes naar het ziekenhuis afgevoerd nadat hij het zeer benauwd had gekregen en de dienstdoende huisarts direct de ambulance had gebeld. In het ziekenhuis bleek hij last te hebben van hartfalen en heeft hij direct een hartoperatie ondergaan. Nu, twee weken later is hij opnieuw geopereerd, het herstel lijkt nu spoedig te gaan, de verwachtingen zijn goed en dus is men positief gestemd. Maar dat dit alles een enorme impact op hen heeft gehad is wel duidelijk. 

Op mijn vraag wat ze nu willen gaan doen, komt het voor mij toch weer onverwachte antwoord. ‘We gaan gewoon door, Bart. Alhoewel de koopakte in Portugal nog steeds getekend moet worden, maar dat komt wel goed.’ 

Maar dan wordt een maand voor de overdracht in Nederland Lucas opnieuw getroffen door hartproblemen. Herman komt wederom op kantoor en vertelt me en passant ook nog dat de cardioloog heeft aangegeven dat Lucas wel weer zal herstellen, maar dat het hart dermate is verzwakt dat zijn levensverwachting is gedaald naar 2 tot 3 jaar. 

‘Wat nu Herman?’, vraag ik aan hem. ‘Ik moet je ook nog even zeggen dat ik niet aan Lucas heb verteld dat zijn levensverwachting is gedaald naar 2 tot 3 jaar, Bart, en dat wil ik graag zo houden’, fluistert Herman mij toe. 

‘Oef, dat is wel heftig Herman, maar wat wil je nu gaan doen? Ik mag toch aannemen dat het Portugal avontuur van de baan is, he?’ 

‘Ik heb het met Lucas besproken en we stoppen inderdaad definitief met ons plan om de boerderij in Portugal te kopen. Al het werk dat daar nog aan de boerderij gedaan moet worden en de afgelegen ligging maken het onmogelijk daar naartoe te verhuizen. Als er dan iets zou gebeuren met Lucas zijn we gewoon altijd te laat. Gelukkig was de koopovereenkomst nog steeds niet getekend. En de huidige eigenaren, die we dus al jaren kennen, hadden gelukkig alle begrip voor onze situatie.’  

‘En nu?’, vroeg ik hem opnieuw. ‘Willen jullie in overleg met de kopers van de boerderij gaan of gaan we snel op zoek naar iets anders? Wat willen jullie?’ ‘We gaan zeker niet de verkoop van onze woonboerderij afblazen. Dat kunnen we niet maken naar de kopers toe en willen we ook niet. We hadden ook emotioneel al afscheid genomen van de boerderij. Daarnaast zou het vele werk ons in deze situatie toch gaan opbreken. Dat moeten we zeker niet willen.’  

‘Dus toch een klein huisje of appartement hier in de buurt’, vroeg ik aan hem en ik wijs hem op een groot en mooi appartement in leuk dorp in de regio. ‘Lekker dichtbij vrienden en bekenden. De streek, de voorzieningen en het ziekenhuis zijn bekend, dus lekker makkelijk.’ 

‘Nou, dat weet ik niet precies, maar ik heb al wel wat anders gevonden hoor. Wil je hier even naar kijken Bart?’, vroeg hij mij en hij liet een Funda-plaatje op zijn telefoon aan mij zien. Op de foto staat een groot vrijstaand woonhuis met garage en behoorlijk wat grond ergens boven in de provincie Friesland. 

Ik kijk hem aan. ‘Is dit een grapje, Herman?’ ‘Nee zeker niet. Dit ziet er geweldig uit en de dichtstbijzijnde buren zitten op een kilometer afstand. Heerlijk. Zo hebben we van niemand last.’ ‘Maar Herman, hier schieten jullie toch niets mee op? Weer een grote woning, veel grond en relatief ver weg van alle voorzieningen. Is dat nou wel zo handig?’ ‘Het zijn de binnenlanden van Portugal niet hoor’, zegt Herman. ‘Nee, dat snap ik’, pareer ik hem, ‘Maar zeg nou zelf. Het is jullie huidige boerderij, alleen op een andere locatie.’ ‘Precies, Bart. En wij vinden de locatie geweldig, dus daar gaan we voor.’ Ik probeer nog een laatste poging bij Herman en wijs hem op het feit dat zijn partner geen lange levensverwachting heeft en hij dus daar op een gegeven moment alleen komt te wonen, maar het besluit staat vast. ‘Dit is wat we nu beide willen en dan zie ik later wel weer, dat zal gezien mijn leeftijd dan toch nog maar voor een korte periode zijn’, voegt Herman eraan toe. ‘Wil je met ons mee om deze woning aan te kopen voor ons?’ 

Een paar dagen later staan we ergens bovenin Friesland en kijken uit over de uitgestrekte landerijen. Het waait flink en we gaan de woning binnen die de beide heren hebben uitgezocht. Aan de woning zelf mankeert niets. Keurige goed onderhouden woning, goed geïsoleerd, met een slaap- en badkamer op de begane grond, maar wel erg groot met nog 5 slaapkamers en een badkamer op de verdieping. 

De schuur in de tuin is handig en het weiland? Het weiland, tja… dat is groen en 7.000 m² groot. ‘Wat gaan jullie daarmee doen, verhuren aan een buurman?’, vraag ik ze. ‘Ja, zoiets denk ik’, bevestigt Lucas mijn idee. ‘We kunnen er verder niet zoveel mee.’ 

‘Hoe voelt het?’, vraag ik beide heren na de bezichtiging. ‘Voelt het goed, zou dit een nieuw thuis voor jullie kunnen worden?’ ‘Eerlijk gezegd voelt het toch raar aan, Bart’, zegt Herman. ‘Ik weet het niet. Het is zo kaal hier, wel lekker rustig. Maar toch heel anders dan waar we nu wonen of Portugal.’  

Op de terugweg spreken we alle plussen en minnen nog eens rustig door en we spreken af dat zij mij op korte termijn berichten wat ze willen.  

Twee dagen later treffen we elkaar weer op kantoor en beiden kijken opgelucht en blij alsof er iets van ze afgevallen is. 

‘Ik heb taart meegenomen’, zegt Herman en duwt een grote doos in mijn handen. ‘Voor bij de koffie.’ ‘Hebben we iets te vieren?’, vraag ik voorzichtig, niet wetende welke kant het nu op zal gaan. 

‘Jazeker, we gaan wel en niet verhuizen.’ 

‘Help me hier even. Wat bedoel je?’, vraag ik hen. 

‘Na ons bezoek in Friesland kregen we, zoals je waarschijnlijk al gemerkt zult hebben, grote twijfels. Doen we hier nu wel verstandig aan? Onze buren, waar we al 20 jaar heel veel mee omgaan, nodigden ons avonds uit om een borrel te komen drinken. En hebben ons hele verhaal, maar met name onze twijfels, weer aangehoord.’ 

‘En de oplossing lag volgens hen binnen handbereik. Ook zij worden ouder en hun boerderij – die nog veel groter is dan de onze – wordt een last. Zij vroegen ons gewoon op de man af of we niet het achterhuis wilden huren van hen. Want dat heeft voor iedereen veel voordelen. De buren hebben minder werk met het huis en de tuin. Het is voor ons ook veel minder werk dan nu. We kennen de streek, het is gezellig en we kunnen er voor elkaar zijn als het nodig is.’ 

‘Wie had dat ooit gedacht, Bart. Van het binnenland van Portugal, naar het mooiste binnenland van Nederland: Drenthe!’